zondag 31 juli 2011

Kaiserslautern - Koblenz

Ik heb gisteren Kaiserslautern tekort gedaan. Nadat ik mijn verslag had gepubliceerd heb ik nog wat rondgelopen. In de eerste plaats is het niet alleen een industriestad, maar heeft het ook een universiteit en dat maakt de stad ook. Verder is het winkel- en uitgaansgebied veel groter dan ik dacht. Ook in de nieuwe stad wemelt het van de cafés en restaurants aan rustieke pleintjes en daar is het hypermoderne winkelcentrum met kleine winkels en grote warenhuizen. Alleen is het nu stil op zondag, leeg.
Na Kaiserlauten moet ik de Dondersberg over. Niet zwaar, maar toch.

Na 30 kilometer door de bossen gereden te hebben heb ik trek in koffie. Weinig dorpjes en als er al een opduikt is alles uitgestorven en dicht. Een Konditorei heeft geen koffie. Uit nijd neem ik ook geen aardbeientaart. Stom, heb ik me zelf mee.
In Bad Kreuznach, toch een redelijke stad: alles dicht. Wat hebben de Duitsers met zondag? Bij het busstation is een soort Ibiss, geen koffie. Wel kabab, met cola. En ook deze bijzondere vorm van zoutwaterwinning, waardoor de stad bekend staat als een Kurort.

Maar dat was het wel in dit gebied. Door industriegebieden zoek ik me een weg naar Bingen. Daar zie ik de Rijn weer.


Indrukwekkend, hoe die machtige stroom na elke bocht achter een heuvel verdwijnt. Boten glijden traag voorbij. Ik ben beland in het deel dat de Mittelrhein wordt genoemd en ook op de Werelderfgoed Lijst van de UNESCO staat. Een sprookjeswereld. Na bijna iedere bocht doemt er wel een kasteel op een heuvel op, of een witte burcht op een eilandje in de rivier. Regelmatig witte dorpen langs de oever.




Het is hier behoorlijk druk, toeristisch. maar tot Koblenz is er direct langs de rivier een fietspad aangelegd. En ik ben niet de enige fietser: meerdere keren kom ik zwaar bepakte trekkers tegen of haal ze in, maar ook veel 60-plussers op gehuurdenfietsen. Ze bevestigen het beeld dat ik heb van "Rijntoerisme".
Dan zie ik aan de overkant de opvallende Lorelei, de rots in een scherpe bocht van de rivier, waartegen volgens de mythe in het verleden schepen te pletter voeren vanwege een zingende nimf. Heinrich Heine schreef er in 1824 het beroemde lied 'Loreley' over (eerste regels):

Ich weiß nicht was soll es bedeuten
Dass ich so traurig bin;
Ein Märchen aus alten Zeiten,
Das kommt mir nicht aus dem Sinn.


Negentiende eeuwse romantiek, past helemaal in deze omgeving!
Toch wel bijzonder dat ik daar nu uiteindelijk ben, op mijn Paris.





Ik heb een staffe wind tegen. Eigenlijk al de hele tocht tot nu toe, bedenk ik met en zweem zelfmedelijden.
Naast me gaat een grote plezierboot al een tijdje gelijk met me op (?) 25 km/u (!) Ik trap toch stevig door met die wind. Stroomafwaarts gaan de boten aanzienlijk sneller dan de andere kant op. Ik zet aan om hem voor te blijven. Met moeite loop ik een beetje uit. Dan moet ik afwijken van de rivier. Even later gaan we weer gelijk op. Ik heb het gevoel dat de passagiers me uitlachen.

Koblenz
In Koblenz fiets ik zo dicht mogelijk langs de rivier. Zo kom ik vanzelf op de koningsroute naar het keurvorstelijk slot. Dat witte paleizen-complex van half-cirkelvormige gebouwen ligt in een groot park aan de rivier.
Aan de overkant van de Rijn torent de massieve vesting Ehrenbreitstein boven de stad uit. Het is een van de grootste behouden gebleven vestingen van Europa, die na de WO I bij verdrag moest worden opgeblazen, maar voor het nageslacht werd behouden omdat hij geen militair nut meer had.



Koblenz is de stad waar de Moezel en de Rijn samenkomen ("Confluentis", zoals de latijnse naam luidt). Het punt van "samenvloeiing" heet Deutsches Eck. Daar rijdt ik naar toe en buig mee met de Moezel tot de Hohenfelderbrucke, waar ik mijn hotel weet.
Het was een lange, zware dag, 152 km. Niet veel fut meer om verder Koblenz te beschrijven. Morgen begin ik er mee.

1 opmerking:

  1. Hallo Hans, Maja was enthousiast over wat jij nu aan het doen bent, dus ik heb ook de tijd gevonden om je "pracht tocht" te lezen en wat een plaatje van een fiets.
    Nog veel plezier die laatste dagen

    groet Hans Peter en Maja

    BeantwoordenVerwijderen