dinsdag 2 augustus 2011

Koblenz - Köln

Zondag
Ik hoefde maar een paar passen vanuit mijn Hotel Kurfurst Baldien te doen om in de Altstadt een perfecte Spaanse tent te vinden om een biertje te drinken en te eten. [Ik wil er bij uitzondering melding van maken dat het management van hotelketen City-Hotel mijn onderneming kennelijk zo leuk vond dat ik gratis bij hen mocht overnachten. Het hotel is genoemd naar de oudste stenen brug (met 11 bogen) van de stad, die keurvorst Balduin rond 1340 over de Moezel liet bouwen.]
In de Spaanse tent hadden ze Wi-Fi, zodat ik bleef zitten om mijn verslag te verzenden. De Salsamuziek werd harder gezet (keihard), er werd gedanst. "Latin Spirit", die Tanzparty. In de herrie sloot ik me op om m'n verslag klaar te maken. Mensen dansten, aten nog of hingen wat rond en ik sorteerde mijn foto's van de dag. Wat een wereld.

Maandag
Ik hoef maar de brug over de Mosel over te steken om op mijn route naar Bonn te komen, maar ik wil me eerst met mijn Pinarello vereeuwigen op de Deutsches Eck met het standbeeld van keizer Wilhelm I. Hij staat er nog wat schimmig bij, in de kille ochtendnevel. Er zijn een paar aardige lui (uit Zwitserland), die wel een foto willen maken.


De gehele route langs de Rijn van Bingen tot hier gaat over fietspaden. Dat verloopt niet altijd even gladjes. Je moet soms naar de andere kant van het spoor of de B9 door een kleine tunneltjes, soms houdt het pad op of gaat over in gravel. Door de plaatsjes moet je zelf je weg zoeken.
Veel trekkers onderweg, het is de route van noord naar zuid vv. Een praatje met een Nederlands stel, die ik herkende aan hun Santossen.




Op de rivier het inmiddels vertrouwde beeld van traag glijdende boten. Links en rechts van de rivier steeds weer een kasteeltje op een heuvel, witte dorpjes in de luwte van een bocht, industrie, bruggen (oude, ijzeren vakwerk bruggen en moderne bruggen met grote overspanningen). Van alles.
Voor het eerst een zacht windje in de rug, zuid-oost: mooi weer. Als het pad goed is gaat het zo maar 33-34, om nog eens van m'n Pina te genieten. Dat lijkt heel wat, maar mijn dag-gemiddelden zijn laag: tussen de 20 en 24. Dat komt door de vele stops die ik maak voor foto's, gekrummel in dorpjes en zo. Ik wordt NB opeens ingehaald door zo'n lullige BMW van de Polizei! Ik was door rood gereden. Ik kan het me niet eens herinneren, het bleek bij rechts afslaan geweest te zijn. "Bei uns in Holland, darf das", probeer ik in slecht Duits te imponeren. Ook mijn verhaal dat ik al meer dan 1000 km heb gereden zonder ook maar er agent te hebben gezien maakt geen indruk. € 21,00.
Anders is de hulp die ik krijg van de fietsenmaker in Oberkirch. Mijn banden waren sinds Villa Rina (Bergamo) niet meer goed opgepompt en de ketting is droog. Een bordje met "ZWEIRAD OBERKIRCH" wijst naar het centrum van het dorp. Mijn fiets wordt zonder veel omhaal naar achteren gebracht en even later: "Alles klar!" Terug op het fietspad komt de rivier me vertrouwd over en even verderop komt een Ibiss juist op tijd.




Even voor Bonn, tegen de helling ligt het Arp Museum Bahnhof Rolandseck. Het museum, dat een uitgebreide verzameling van Hans Arp en Sophie Taeuber-Arp bevat, is gehuisvest in een voormalig stationsgebouw en een nieuw gebouw van de Amerikaanse architect Richard Meier, dat hogerop hagelwit afsteekt tegen de groene helling.


Ik had al bedacht dat het maandag is (weer), maar ik waag het er op: een heel stijl weggetje voert me rechtstreeks naar de "Neubau". Daar zitten een paar medewerkers van het museum te lunchen. Je raadt het al: ik mag er in en krijg zelfs een rondleiding.
Het in 2001 gerenoveerde stationsgebouw was niet zomaar een stationnetje: het is in het midden van de 19e eeuw gebouwd als een villa, waar beroemde kunstenaars uit de hele wereld samenkwamen. Het was een particulier eindstation dat vanuit Keulen bereikbaar was en een juweel van neo-klassieke architectuur. Vanaf het terras (nu officieel gesloten op deze maandag) biedt het een fantastisch panorama over de Rijn.





Maar bij het betreden van de Neubau kreeg ik weer kippevel, ik overdrijf niet. De wisselwerking van het steriele witte gebouw met de lichtinval en de objecten die er staan is verbluffend. De expositie van Gerda Steiner & Jork Lenslinger ("Hochwasser", een facinerende installatie van voorwerpen bij elkaar gespoeld door een soort tsunami) speelt meeslepend in op het gebouw. En dan zijn er nog de beelden van Hans Arp, die samen getoond worden met diverse kanstenaars. Ik geloof echt dat ik nog nooit zo'n mooie combinatie van museum en kunst heb gezien.

Ik durf het haast niet meer te vragen: of mijn fiets (die ik helemaal uit Treviso naar Groningen rijd) binnen gefotografeerd mag worden. Het mag, bij uitzondering, want er zijn zo veel verzoeken voor reclame doeleinden. Dit is een onverwachte emotie: alleen kenners van Meiers architectuur zullen begrijpen wat het met me deed om de rood-zwarte Paris in deze kraakheldere witte ruimte met veel glas te zien schitteren.



Bonn
Vergeleken met het Arp Museum lijkt de Museummeile (een mijl van Bundesstrasse 9, waarbinnen zich de belangrijkste musea van de stad bevinden) één groot prestige-object. Ik fiets er langs (het is nog steeds maandag en ik moet nog naar Keulen). Ik maak nog een paar foto's van het Kunstmuseum, dat niet alleen aandacht verdient vanwege de beeldende kunst van na 1945, maar ook vanwege de architectuur van het gebouw. Het museum heeft zich kunnen ontwikkelen tot een toonaangevend platform voor eigentijdse kunst in Duitsland in de tijd dat de stad de regeringsresidentie van de Bundesrepublik West-Deutsland was (1949-1990). Maar Adenauwer, de eerste Bondskanselier, is er nog.




In het centrum kom ik door de Koblenzertor, waar de weg via een aantal poorten onderdoor gaat. Het is eigenlijk een barokke paleisvleugel van het Kurfürstliche Schloss, dat nu onderdeel van de universiteit is. Natuurlijk zou ik deze stad ook beter moeten leren kennen, maar zoals gezegd: ik moet nog naar Keulen. En je komt er om van de Barok. Ik bedenk dat ik meer heb met de Renaissance. Barok is naar mijn gevoel een geromantiseerde doorwerking van de Renaissance. Ik heb niks met het overdreven gebruik van versiering, het goud, de krullen en die zoete kleuren. Ik ben eigenlijk een klassieke modernist/calvinist. Ik kijk tevreden naar mijn Pinarello. Palladio!


Langs de fietsroute naar Keulen neemt de Rijn allerlei gedaanten aan: overbruggingen, industrie, recreatieve kaderoutes, tot woon/cultuurgebied getransformeerde havengebieden. Ik laat het maar even achter elkaar zien:




In het centrum duikt de doorgaande autoroute de Rheinufertunnel in. Met de fiets kan ik boven langs en kom bij mijn Hotel Kunibert der Friese, waar ik voor 2 nachten heb geboekt. Het hotel ligt eigenlijk midden in het centrum met een fantastisch uitzicht over de Rijn vanaf een groot terras aan het park, dat op de Rheinufertunnel is aangelegd en tot aan het water doorloopt.
Weer voel ik me bijzonder als ik ietwat ongemakkelijk op mijn fietsschoenen en de iets topzware Pinarello aan de hand, tussen de 'gewone' toeristen naar de entree van het hotel loop en de fiets zo parkeer dat ik hem vanuit de hal van het hotel schuin in de gaten kan houden. Dan komt altijd het glorieuze moment dat'ie over het rode tapijt naar binnen mag.

1 opmerking:

  1. Hallo klassieke modernist/calvinist!
    En dan ben je zomaar in Keulen. Heb weer enorm genoten van
    je verslag.Miste het gedicht over der alte Barbarossa,der kaiser
    Friederich, im unterirdischen Schlosse, H"alt er versaubert sich.
    Vast niet helemaal goed geschreven.Liefs Else

    BeantwoordenVerwijderen