maandag 18 juli 2011

Vicenza



Meteen toen ik gisteren het oude centrum van Vicenza binnen fietste sprong weer één van de beroemdste gebouwen van Palladio in het oog: het schitterende witgepleisterde Palazzo Chiericati. Daarom vooral gaat mijn reis door Vicenza: de stad van Palladio. Hij heeft met een tiental beroemde gebouwen een stempel gezet op zijn geboortestad. Ze staan op de Werelderfgoed Lijst van de UNESCO, evenals het hele historische centrum. Ik blijf één dag over om van de stad te genieten en nog een ander gebouw te bezoeken: de Villa Rotonda, de aller beroemdste villa van Palladio, net buiten de stad.
Mijn hotel Due Mori ligt midden in het historische centrum. De naam 'De twee Moren' verwijst naar de klokkentoren op het San Marcoplein in Venetie, waar twee bronzen Moren elk uur de klok doen luiden. In de gevel (uit 1850) van het hotel zijn inderdaad ook twee Moren uitgebeeld. Het gebouw is in 2002 op een eigentijdse manier prachtig gerestaureerd en met behoud van Art Nouveau elementen. Het is op een prettige manier comfortabel om twee nachten te verblijven en de stad te bezoeken.





Vlakbij aan het Piazza dei Signori ligt het Palazzo della Ragione (het oude raadhuis), ook alweer van Palladio. Maar wel zo bekend als de villa Rotonda is het interieur van het Teatro Olimpico, dat pas na zijn dood gereed kwam. Het zette de toon van het nieuwe klassieke theater.



Villa Rotonda bevindt zich net buiten de stad op een heuvel en staat daar in haar eentje over het open landschap te heersen. De noordkant is via een kort laantje met aan weerszijden tuinmuren op Vicenza gericht. De nauwe verbinding met het landschap is op een andere manier als bij Villa Emo indrukwekkend.



Ook als ik niet "en route" ben, verplaats ik mij op mijn Pinarello. Ik heb geaarzeld of ik mijn gewone burgerkleding zou aandoen: een dunne lange zomerbroek, een onderbroek uiteraard, dunne sokken in lichte linnen schoenen en een T-shirt;alles wat ik bij me heb. Ik heb ook maar één stel fietskleding bij me. Elke avond direct uitspoelen dus en hopen dat het de volgende morgen droog is. Verder heb ik heel weinig toiletspullen mee. Allemaal om gewicht te sparen. Inclusief de lichtmetalen bagagedrager aan de zadelpen geklemd, is het net 4 kilo. Opgeteld bij de 7,5 kilo van mijn Paris is dat nauwelijks meer dan mijn allereerste racefiets woog. Maar toen - nogal wat jaren geleden - was ik zelf wel lichter dan nu!
Ik heb er geen spijt van dat ik in m'n fietsplunje ben, nu ik voor het eerst zonder bagage op de Pinarello zit. Wat rijdt dat voortreffelijk! Hoe is het toch mogelijk dat ze steeds weer in staat zijn om zo'n fiets te verbeteren? Mijn FP5 was ook al zo'n vooruitgang! Ach, mijn FP5 ...

Het is nog een behoorlijk klimmetje naar La Rotonda.
Daar is het; het hek is nog dicht. Geen mens te bekennen. Een angstig voorgevoel bekruipt me. Het is toch al drie uur geweest. Maandag! Ik vervloek mezelf. Na enige aarzeling druk ik op de bel in de muur. Wil me niet zomaar gewonnen geven. Krakende stem. Ik doe mijn verhaal in het Engels. No l'Inglese. Chiuso. Nog wat gesputter, maar ik kom er niet in.



Ik rijd een rondje van een paar kilometer om het complex heen, maak af toe een foto, waaruit de perfecte ligging van de villa blijkt.
La Rotonda heeft vier fronten naar alle windstreken en toont eenzelfde 'voorgevel' met een portico en zuilen op een basement, zoals bij klassieke tempels. Hier heerst de mens over de omgeving. De perfecte geometrische verhoudingen vind je terug in de plattegrond, die is opgebouwd uit een vierkant dat globaal in negenen is verdeeld (3x3), in het midden bekroond met een ronde koepel (dome). Ook in de aanzichten van de gevels is een driedeling te onderscheiden: het basement waarop via de trappen de hoofdverdieping (piano nobele) bereikbaar is en de dakverdieping met de karakteristieke duiventillen en de koepel.



Dat was het dan, denk ik spijtig, maar dan dringt er een nieuwe kans tot me door: ik ga fietsen, gewoon een rondje van een km of zestig, door de heuvels. Opeens ben ik de Italianen dankbaar dat ze altijd dicht zijn op maandag, zelfs in Rome. Cultuur en sport strijden om de voorkeur!
Het wordt een schitterend tochtje. Wat rijdt die Paris, zonder bagage! Bergop is een nieuwe ervaring, elke trap stuwt me omhoog. Ik wil niet schakelen, hoef niet te schakelen, in een kaarsrechte lijn omhoog, op de 23. Wat een genot, staande op de trappers, het zweet gutst van m'n gezicht, druppelt van m'n neus. Jammer dat ik net nu mijn Polar niet om heb, het moet minstens 160 zijn en dat is veel voor een man op mijn leeftijd.
De geur van pijnbomen komt me tegemoet, krekels laten zich luid horen. Ik ben een gelukkig man.
Bovenop mooie uitzichten. Ik laat me fotograferen door iemand die daar boven op de berg woont.



Dan de afdaling! Ik hoef niet eens te wennen aan de fiets: ik laat me naar beneden vallen, een sensatie. De afdaling is veel steiler dan de klim: meer dan 15% schat ik, als ik rem en wil omkeren om een foto te maken sta ik pardoes stil en val bijna om.

Terug in de stad heb ik het helemaal te pakken, ik scheur door het verkeer. Boven de 35 moet het zijn, aan het ritme en het verzet te oordelen. De Paris laat alles toe, wat een fiets!
Palladio moet wel heel veel voor de stad hebben betekend, want de 800 meter lange hoofdstraat, die in een rechte lijn midden door het centrum loopt, heet: Corso Andrea Palladio. Het is een sjieke winkelstraat met klassieke gebouwen, waarvan sommige met arcades.



Ik stal mijn fiets veilig in de garage van het hotel en duik onder in het heerlijke Italiaanse stadsleven. "La vita e bella" (de bekende film uit 1998 is overigens niet hier in Vicenza, maar in Arezzo opgenomen).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten